moetjes
Moetjes
Wanneer je het idee hebt dat je veel dingen moet maar hier erg tegen op ziet is de kans groot dat je weerstand ervaart om iets te doen. Vaak heb je een reden, gedachte of een gevoel wat deze weerstand oproept. In deze blog ga je in 6 simpele stappen aan de slag om minder te moeten en meer te willen!
Moeten
Wanneer je iets van jezelf moet of van iemand anders iets moet betekent dit dat je verplicht bent om dit te doen. Of je het nu leuk vind of niet. De kans is groot dat hoe langer je iets uitstelt wat je moet doet dat het moeilijker wordt om dit te doen. Ook kunnen gevoelens zoals angst, frustratie of verdriet je tegenhouden om iets te doen. Vaak wanneer je de lat voor jezelf te hoog legt wordt het een ‘moetje’.
Willen
Wanneer je iets wilt dan ben je vaak intrinsiek gemotiveerd om dit te doen. Je hebt een verlangen of behoefte om iets te doen. Wanneer je iets wilt geeft het je vaak iets positiefs. Je krijgt hier waarschijnlijk energie van en het is iets waar je jezelf positief mee uitdaagt.
Onderstaand stappenplan kun je gebruiken om het moeten te veranderen in willen. Dit moet je niet doen maar wanneer je denkt dat het je iets oplevert wil je waarschijnlijk hier wel wat tijd en energie voor vrijmaken. Veel plezier!
Stap 1
Maak een lange lijst van alles waarvan jij vindt of denkt dat je het moet. Maak hele zinnen die beginnen met: ‘Ik moet…’. Blijf schrijven en stop pas na 10 tot 15 minuten. Als je wilt kun je hiervoor de time zetten op je mobiele telefoon. Alles wat in je opkomt mag op de lijst – werk en privé door elkaar. Het maakt niet uit. Ga helemaal los.
Stap 2
Klaar met de lijst? Shocking hè, als je ziet wat je allemaal moet. Daar ga je nu verandering in brengen. Streep overal het woord ‘moeten’ weg, als je er zonder nadenken ‘willen’ van durft te maken.
Bijvoorbeeld:
‘Ik moet nog naar de sportschool’ kan ik niet zonder twijfel omzetten in ‘ik wil’. Maar ‘Ik moet snel een nieuwe afspraak maken met mijn vriendinnen’ is een makkie: ja leuk, dat wil ik. Daar heb ik zin in.
Maak een nieuw lijstje van de ‘ik wil’ zinnen. Zo ontstaan er 2 lijsten. Leg je ik-wil-lijst even apart. Met het ‘ik moet’ lijstje zet je stap 3.
Stap 3
Stel jezelf bij de overgebleven zinnen op de ik-moet-lijst steeds een aantal vragen:
-
Waarom moet ik dat?
-
Van wie moet ik dat?
-
Wat gebeurt er als ik het niet doe?
-
Moet het wel nu?
-
Is het waar dat ik dit moet doen?